Nog niet zo lang geleden waren een aantal politici boos op het feit dat ik hen lafbekken en sukkels heb genoemd. Niet in het debat, maar op sociale media.
Ik heb hen lafbekken en sukkels genoemd omdat deze politici een debat over het rapport ‘Een spoor van vernieling’ van Prof. Dr. Ir. Stefan van Baars blokkeerden. Stefan van Baars heeft een vernietigend rapport geschreven over de oorzaken van de ontstane schade aan circa 400 huizen rond het kanaal Almelo – De Haandrik. Zijn conclusie was dat de provincie aansprakelijk is voor de schade in het gebied. De provincie is echter van mening, op basis van een ander rapport (Deltares/TNO), dat dit slechts voor een derde van de gevallen zo is. Twee verschillende visies dus over de oorzaak van de schade aan de huizen. Alle reden, dachten 7 politieke partijen in de Staten van Overijssel, om hier een debat over te hebben.
We zijn nu 3 weken verder na het debat op 1 juli over het drama aan het Kanaal Almelo – de Haandrik. En de storm is nog niet geluwd. EenVandaag besteedde onlangs weer aandacht aan het kanaal en ook RTV Oost en Tubantia schreven er nadien nog artikelen over. Dit geeft aan dat er op 1 juli een verkeerd besluit is genomen. Het leed voor de gedupeerden duurt immers voort, terwijl de opdracht was van de gezamenlijke provinciale politiek om op 1 juli knopen door te hakken en mensen weer zekerheid te bieden. Dit was de enige opdracht.
Het coronavirus heeft Nederland al geruime tijd in de greep. Niets is meer zoals het was. Het virus zorgt voor enorme gezondheidsproblemen en treft ons land ook economisch keihard.
Voor de artsen en alle andere medewerkers in de zorg heb ik diep respect. Zij doen wat er van hen wordt verwacht. Mensen in de zorg werken altijd hard, vanuit een soort roeping en in deze tijd doen ze er nog een schepje bovenop. Verloven zijn ingetrokken en overuren horen er gewoon bij in deze tijd. Er wordt niet gezeurd, er wordt gewoon keihard gewerkt. De hele beroepsgroep levert!
Van de politiek kunnen we dit niet zeggen. Ik ga er niet te uitgebreid op in, want ik ben slechts provinciaal en gemeentelijk actief. Mijn invloed op hoe Nederland dit virus bestrijd is klein. Privé pak ik natuurlijk mijn verantwoordelijkheid op en blijf thuis wanneer ik niet hoef te werken. Maar ik heb wel een mening over het landelijke beleid. Dat komt er op neer dat ik het gevoel heb dat we in oorlog zijn, maar dat de frontsoldaten (artsen, verpleegkundigen, thuiszorgmedewerkers) onvoldoende zijn uitgerust en beschermd, de strategen (RIVM en OMT) de tegenstander hebben onderschat en hierdoor foute keuzes hebben gemaakt en de generaal (Rutte) zijn leger verzwakt (bezuinigingen in de zorg) de oorlog instuurt, zijn fouten verdoezelt door zich achter de strategen te verschuilen en pas zijn koers wijzigt wanneer het volk in opstand komt (scholen dicht, meer handhaven). De oorlog zal uiteindelijk gewonnen worden op basis van de lange adem, maar er zullen teveel onnodige slachtoffers zijn. Het had dus anders gemoeten en dan verwijs ik naar de bijdragen van Geert Wilders in de debatten die gevoerd zijn in de Tweede Kamer. Zoals zo vaak krijgt de PVV en in het bijzonder Geert Wilders ook op dit dossier gelijk.
De PVV krijgt wel eens kritiek dat we alleen maar roepen en geen constructieve oplossingen aanbieden. Dit bestrijd ik ten zeerste. Want Nederland had er stukken beter voorgestaan wanneer de grenzen dicht waren gegaan, wanneer we uit de geldverslindende EU waren gestapt, wanneer we de islamisering een halt hadden toegeroepen, wanneer we veel van die onderwijsvernieuwingen niet hadden doorgevoerd, wanneer we zouden stoppen met de huidige energietransitie en wanneer al die bezuinigingen in de zorg niet waren doorgevoerd. Om maar wat voorstellen te noemen.
Kijken we naar de economische gevolgen van het coronavirus in Overijssel dan wil de PVV Overijssel dat de provincie een actieve rol speelt in het bestrijden van de huidige crisis. Om de economische schade zoveel mogelijk te beperken voor onze Overijsselse ondernemers. En dus ook voor de inwoners. Want achter ondernemers zitten hele gezinnen en onze inwoners werken natuurlijk bij al deze bedrijven.
Overijssel is nu te passief, staat aan de zijlijn en verschuilt zich achter de landelijke politiek. In de tijd waarin we nu zitten kan de provincie het verschil maken. Haar rol oppakken. Laten zien dat het geen overbodig orgaan is. De regie oppakken. Ten behoeve van onze regionale economie, onze ondernemers en onze inwoners. Hoe?
De PVV heeft dinsdag een plan gepresenteerd in hoofdlijnen. We hebben het Provinciaal Economisch Ondersteuningsplan (PEO) genoemd. We leven nu 2 dagen verder en van geen enkele partij hebben wij een reactie ontvangen. Iedereen loopt in het gelid en alle partijen lopen slaafs achter het provinciale bestuur aan.
Het plan in het kort. In deze tijd werken bijna alle ambtenaren thuis. Het moet dus mogelijk zijn om in één week 1450 ambtenaren vrij te maken. Ambtenaren van de provincie en van de 25 gemeenten. Wanneer ze alle 1450 per dag 8 uur werken en ieder uur 2 bedrijven bellen zijn in één week alle bedrijven in Overijssel gebeld. Aan de hand van een format wordt aan de bedrijven gevraagd hoe het nu met ze gaat, of ze het volhouden, of het lukt om van de landelijke regelingen gebruik te maken, of ze hierbij hulp behoeven, of ze niet tussen wal en schip zijn geraakt en of ze acute financiële steun (renteloze lening of subsidie) van de provincie nodig hebben. Plus, de provincie gaat actief de gemeenten begeleiden, want de 25 gemeenten krijgen natuurlijk te maken met veel ZZP’ers die bijzondere bijstand aanvragen. Veel gemeenten verkeren in financieel zwaar weer en ook zij hebben wellicht steun nodig bij het verwerken en het uitbetalen van de uitkeringen. Misschien is het nodig als provincie om hierbij een verbindingsrol op te pakken richting Den Haag. En desnoods de gemeenten van liquide middelen te voorzien.
Met de opgehaalde informatie kan zeer gericht beleid worden gevoerd. Bedoeld om te voorkomen dat bedrijven omvallen en veel mensen werkloos worden. Want de landelijke regelingen hebben geen betrekking op alle bedrijfskosten van een bedrijf. Slechts op de loonkosten. De bijdrage van € 4.000 is natuurlijk niet kostendekkend. En de staat van de regionale economie, van de bedrijven wordt meteen inzichtelijk gemaakt.
De provincie in een proactieve rol in plaats van een afwachtende. Leuk om per week 4 bedrijven virtueel te bezoeken, maar dit zet geen zoden aan de dijk. Niet wachten totdat ondernemers in alle staten bellen, maar zelf onze ondernemers bellen. Laten zien dat we zij aan zij dit gevecht aan gaan. Niet met woorden maar met daden. Er ligt genoeg geld op de planken om een operatie als deze te ondersteunen. Plus, andere projecten kunnen worden afgesteld of zelfs uitgesteld. Het is een kwestie van prioritering. Wat vind je als provincie nu belangrijk?
We zien helaas nu een provincie die wacht aan de telefoon tot dat er gebeld wordt. Draai het om: pak de telefoon en bel al die ondernemers die voor onze banen zorgen. Trek desnoods verloven in, net als in de gezondheidszorg. Maak het verschil. Provincie, laat zien dat je geen overbodig orgaan bent. Provincie, pak de regie. Nu heb je die kans! Samen verslaan we het virus. Maar dan ook echt samen. Ondersteun als provincie onze ondernemers. Help ze met de aanvragen voor de landelijke voorzieningen, help ze als het nodig is financieel en ondersteun de gemeentes bij hun aanvragen voor bijzondere bijstand.
Toon leiderschap!
Tot slot. De PVV Overijssel heeft onlangs geopperd om een Noodfonds in het leven te roepen om allerlei maatschappelijke initiatieven te ondersteunen. Initiatieven die vaak als doel hebben om de kwetsbaren onder ons te steunen in deze tijd. Maar ook hier geen steun van het openbaar bestuur in Overijssel. Jammer.